WEEK 1 - maggiekuang/MultiCulti GitHub Wiki
TESTEN
In de eerste les hebben wij geleerd hoe je een gecontroleerd experiment kan houden door gebruik te maken van basiselementen, zoals beginnen met een onderzoeksvraag die je tijdens het onderzoeksfase inzichten gaat verzamelen, een hypothese vormen, hypothese testen, resultaten verzamelen en analyseren en hieruit eindigen met een conclusie. Bij een gecontroleerde experiment wordt alle elementen constant gehouden, behalve een variabel. Dit heet ook wel ‘fair test’. Om dit theorie te oefenen, hadden wij als opdracht gekregen om Q Edison te testen. Hierbij hebben wij gekozen om het object op verschillende materialen te testen om te kijken of dit effect heeft bij Q Edison. Hoe zal dit een ‘fair test’ zijn? Elementen zoals de materialen(hout, kunststof, zijdeglans), weersomstandigheden, temperatuur, locatie en afstand zijn constant, terwijl de Q Edison een variabel is. Het hangt namelijk af van de constante elementen of de Q Edison hetzelfde functioneert.
Vraag: Heeft het materiaal van de ondergrond invloed op de werking van Q Edison?
Hypothese: Het hangt af van het materiaal van de ondergrond hoe de Q Edison het beste functioneert. Als de ondergrond anders is, zal dit invloed hebben op het object.
Independent variable: Wat wordt er opzettelijk veranderd?
- zijdeglans ondergrond en kunststof afbakening (twee verschillend materiaal)
- houten ondergrond en houten afbakening (hetzelfde materiaal)
Dependent variable: Wat gaat er op die verandering reageren?
- Snelheid (neemt toe of neemt af)
- reactievermogen (reageert wel of niet)
Control variable: welke andere variablen kunnen er tussenkomen met het experiment?
- Weersomstandigheden(binnen)
- Afstand (1m)
- Locatie
- Edison
Resultaat Test 1: Q Edison reageert langzamer tot niet als hij bij afbakening(kunststof) aankomt en functioneert stroef op een zijdeglans ondergrond. Test 2: Q Edison reageert als hij bij afbakening (hout) aankomt en stoot zich niet tegen afbakening aan. Daarnaast functioneert hij snel op een houten ondergrond.
VIDEO: Controlled experiment met Q Edison
Conclusie Q Edison functioneert beter op hetzelfde materiaal, zoals houten ondergrond en afbakening dan twee verschillende materialen. Het is dus afhankelijk van de ondergrond waarop de Q Edison zich bevindt. Zoals gezien in eerste video waarbij de test is uitgevoerd met twee verschillende materialen(zijdeglans ondergrond en kunststof afbakening) en tweede video op hetzelfde materiaal(houten ondergrond en afbakening)
ANALYSEREN
Bij het analyseren moest ieder teamlid vijf aspecten beschrijven waarin menselijke maat niet van toepassing is en vijf die wel van toepassing zijn op Q Edison. Door eerst te bedenken wat voor aspecten er allemaal zijn, konden we daarna brainstormen en bepalen welke aspect we willen inzetten als team.
Furgale: niet van toepassing
- Besluiten nemen
- Vertonen van emoties
- Ruiken
- Proeven
- Leren
- Pijn hebben
Wel van toepassing
- Positie bepalen
- Opdrachten uitvoeren
- Registreren van licht
- Warmte/Kou aanvoelen
- Fysieke ruimte waarnemen
Maggie: niet van toepassing
- emoties waarnemen
- gevaarherkenning
- zich anticiperen in situatie
- besef van realiteit
- richtingsgevoel
Wel van toepassing
- Communiceren
- aanraken van objecten
- route volgen
- uitwijken
- geheugen
Rodion: niet van toepassing
- (nog toevoegen!)
Wel van toepassing
- (nog toevoegen!)
Peter: niet van toepassing
- (nog toevoegen!)
Wel van toepassing
- (nog toevoegen!)
Ajay: niet van toepassing
- (nog toevoegen!)
Wel van toepassing
- (nog toevoegen!)
Roland: niet van toepassing
- (nog toevoegen!)
Wel van toepassing
- (nog toevoegen!)
We willen tijdens de volgende ontwerp cyclus graag richten op perceptie(waarnemen). Hierdoor willen wij erachter komen hoe wij de concentratie cyclus kunnen meten/registreren door middel van sensorische input. Hieruit kunnen wij afleiden wanneer een student niet meer geconcentreerd is om huiswerk te maken. Wat voor gedrag vertonen de studenten als ze niet meer kunnen concentreren en afgeleid raken? Hierbij willen wij een vermogend toepassen waarbij het kan leren, doordat hij de concentratie cyclus van een student heeft geregistreerd. Kan dit systeem informatie opslaan door grenzen te stellen aan de geregistreerde informatie en voor volgend keer hierop reageren/aanpassen voor de student. De gewaarwording hierin is dat een student voor het eerst daadwerkelijk aan zijn of haar concentratieprobleem kan werken.
Video: Toepasbaarheid menselijke maat op Q Edison
ONTWERPEN
We zijn begonnen met het plannen van het ontwerpfase door een overzicht te creëren van het gekozen probleem op basis van onze brainstormsessie door middel van het stellen van minstens 20 mogelijke en onmogelijke problematische overgangen in het leven van een student. Elke teamlid zal dus eerst individueel bedenken wat de problematische overgangen zijn zodat we daarna kunnen brainstormen en discussiëren om uiteindelijk een probleem te kiezen.
Hoe zijn wij tot dit probleem gekomen? Zoals hiervoor aangegeven, hebben wij gebrainstormd voor de problematische overgangen in het studentenleven om tot een gekozen probleem te komen. Hierbij heeft ieder teamlid gebrainstormd en zijn wij uiteindelijk gekomen tot ‘Niets doen aan huiswerk - Huiswerk gedaan hebben’ als problematische overgang. We hebben dit gekozen, omdat elk student moeite heeft om te concentreren om zijn taken af te ronden. Niet alleen studenten, maar ook werknemers in het bedrijfsleven hebben nog steeds te maken met concentratieproblemen. Nadat wij een problematische overgang hadden vastgesteld, heeft ieder teamlid 20 vragen bedacht die wij aan de doelgroep kunnen stellen en samen besproken welke vragen het meest belangrijk zijn. Dit zijn de geselecteerde vragen:
- Hoe ga je om met de taken in zowel een teamproject als een individuele project?
- Hoe wordt er omgegaan met stress?
- Heeft het werkdruk invloed op je gedrag tijdens het studeren? Waarom wel/niet?
- Maak je een planning om te studeren? Waarom wel/niet?
- Hoe voel jij je als de taken zijn voltooid en wanneer het niet is voltooid?
Ontwerp uitdaging - Veel studenten hebben een probleem met het starten van hun huiswerk. Het is voor veel studenten lastig om geconcentreerd te raken en te blijven. Hierdoor lopen zij vaker achter en krijgen het huiswerk soms niet af. Het is onze bedoeling om een slimme oplossing te bedenken voor de studenten zonder moeite aan de slag te blijven.
Doelgroep: studenten die moeite hebben met het starten van hun huiswerk.
Huidige situatie: Studenten worden te snel afgeleid door hun omgeving, waardoor ze vaak een probleem hebben met het starten van hun huiswerk. Om de zoveel tijd kijken zij op de smartphone of er leuke plannen zijn, televisie die aan staat, worden gestoord door hun broertje/zusje enz. Kortom er zijn andere leuke dingen te doen dan het huiswerk maken. Ze willen dus liever hun plannen niet mislopen en achterstand lopen.
Gewenste situatie: Studenten die een balans kunnen vinden tussen huiswerk maken en te relaxen. Hierdoor wordt hun stressniveau omlaag gehouden en weinig achterstand oplopen.
Daarna heeft ieder teamlid weer vijf test-flows bedacht om te bedenken hoe we ons concept willen testen door veel inzichten op te doen en hierdoor het concept aan te scherpen of aan te passen. Op dit manier kunnen wij een betekenisvol concept opleveren door gedetailleerd te zijn tijdens het gehele ontwerpproces.
Maggie:
- Observatie. Door hun gedrag te analyseren tijdens het huiswerk maken en achteraf vragen stellen over hun gedrag.
- Laddering interview. Door dieperliggende waarde uit de respondenten halen door laddering interview te houden, zodat we veel inzichten kunnen verzamelen.
- Probe. Moodboards hoe je erbij voelt, mindmaps waarover je denkt, tekeningen maken van gewenste situatie maken
- Field research. Naar een studieruimte gaan en mensen korte interview vragen stellen hoe zij tegenover de overgang staan. Hierdoor is het mogelijk om ook te observeren.
- Experimenteren. Verschillende scenario’s bedenken waarin de studenten zich bevinden en dit te observeren. Daarna wordt een vragenronde georganiseerd.
Roland: (toevoegen!)
Rodion:
- Focus groep
- Laddering interview.
- Observatie. Ga naar de bibliotheek en bestudeer hoe mensen bezig zijn met hun werk. Let op hun gezichtsuitdrukkingen, wanneer zij afwezig zijn/afgeleid.
- Huiswerk dagboek. Een student heeft een dagboek gekregen waar hij zijn gedachten en emoties noteert waardeer hij/zij aan hun huiswerk zit. Als de student begint met huiswerk maken, waneer hij even afgeleid is, wanneer een taak volbracht is.
- Experiment. Een student in een testomgeving die zijn eigen huiswerk moet maken. Varieer met licht/geluid. pauzes.
Peter: (toevoegen!)
Ajay: (toevoegen!)
Furgale:
- Ladderen. De student wordt een aantal vragen gesteld over zijn manier van huiswerk maken
- Observatie. De student wordt geobserveerd tijdens het maken van huiswerk
- Probes creëren. Er worden een aantal opdrachten geformeerd die de student dan gaat maken
- Enquêtes. De student vult een aantal vragen in omtrent het maken van zijn huiswerk
- Focusgroep. Geen groep studenten gaat samen zitten om te vertellen hoe zij hun huiswerk maken
- Huiswerk dagboek. De studenten vullen een dagboek in hoe zij hun huiswerk in maken.
- Experimenten opzetten. Een aantal opdrachten maken die betrekking hebben op het maken van huiswerk.
- Interviewen. De studenten vragen hoe zij het maken van huiswerk ervaren
- Superhelden. Een scenario maken waarin de student gevraagd wordt hoe zijn superheld zijn huiswerk zou maken
- Customer journey.
We hadden besloten om een te experimenteren door verschillende scenario’s erbij te bedenken, zodat we voor volgend cyclus het concept kan verfijnen. Hieruit willen wij experimenten gaan uitvoeren door volgende stappen toe te passen:
- Vragen stellen aan doelgroep (opgestelde vragen)
- hypothese vormen
- hypothese testen
- resultaten verzamelen en analyseren
- conclusie opstellen
Dit proces gaan wij meerdere keren herhalen door verschillende elementen te testen dat studenten kunnen beïnvloeden tijdens het studeren/ huiswerk maken.
PROTOTYPE
Wij gaan de komende periode Q Edison gebruiken voor mogelijke testen, daarom willen wij het object beter leren kennen hoe het functioneert als een prototyping platform.
Wat kan hij zoal? De Q Edison kan geluid detecteren, obstakels detecteren, licht detecteren en lijnen volgen.
Welke zintuigen heeft een Q Edison (afferent, inputs) De Q Edison kan horen en zien.
Welke actuatoren? (efferent, outputs) De Q Edison kan geluid maken, licht afgeven en rond rijden.
Hoe kan ik programmeren? De Edison kan input ontvangen d.m.v barcodes, software en een kabel.
Welke waarneembare gedragingen kan ik bij mijn doelgroep opwekken met de Q Edison? Elke student minstens 5.
Maggie:
- informatie doorgeven aan een student, zoals wanneer hij pauze heeft door geluid te maken en licht af te geven. muziek afspelen als op een gestelde tijd voor een student.
- oefeningen doen door bijvoorbeeld Q edison naar je toe te rijden en weer verplaatsen door armen te strekken —> meer energie krijgen
- eten of drinken laten bezorgen, bijvoorbeeld Q edison naar keuken laten rijden en daarna eten/drinken erop zetten.
- leiding geven in het donker
- een student motiveren met opgenomen speeches die erin geprogrammeerd zijn.
Welke zintuigen en actuatoren (inputs, outputs, efferent, afferente stromen) kan ik bij mijn doelgroep aanspreken met een Q Edison?
- Geluid maken —> horen
- Licht afgeven —> zien
- Rijden —> voelen (bv. honger gevoel is weg)
Wat zijn de beperkingen van de Q edison? Praten, alleen bepaalde signalen interpreteren, gehackt worden, geen emotie, werkt op beperkte energie.
Welke gedragingen kun je niet uitlokken met een Q edison? Waarom niet? Elk student tenminste 5.
Maggie:
- Weet geen verschil tussen goed en fout, waardoor hij niet verstandig kan kiezen. Q Edison wordt alleen geprogrammeerd en krijgt alleen informatie door van gegeven info.
- Kan zich niet aanpassen in situatie.
- een actieve houding van studenten, omdat een Q edison een apparaat is.
- Hij kan verbaal niet communiceren; reageert alleen op een clap.
- Hij beseft niet wie de doelgroep is, waardoor hij geen rekening kan houden met die persoon. Emotionele staat kan bijvoorbeeld bij een student schommelen, maar een Q Edison weet niet eens wat de doelgroep is.
Furgale:
- De Q Edison kan gehackt worden
- Heeft een beperkte vorm van communicatie
- Werkt op batterijen en heeft maar een beperkte range daardoor
- Heeft geen ruimtelijk inzicht
- Hij kan niet anticiperen
- Geen besef van zijn doelgroep