algemeen

docker --help

In elke command die je naar de docker engine stuurt kan je op het einde --help toevoegen. In de plaats van de command uit te voeren, legt de terminal je uit wat het precies doet, en wat de alternatieve commands en extra parameters zijn. Als je gewoon docker --help ingeeft, krijg je een lijst van commands.

docker images

"docker images" geeft je een overzicht van alle images die op jouw computer staan.

docker ps

"docker ps" toont alle containers dit op dit moment actief zijn. Als je hier --all aan toevoegt toon hij ook de containers die niet actief zijn.

docker init

"docker init" maakt files die je nodig hebt voor een docker project al voor je aan. Hieronder vind je een kleine demo.

STAP 1

Ik heb een klein test-project aangemaakt waarop ik de "docker init" command kan testen.

STAP 2

Ga in je terminal naar de folder waarin je project zit.

STAP 3

Voer de "docker init" command uit. Zoals je ziet zal docker .dockerignore, Dockerfile, compose.yaml en README.Docker.md voor ons maken.

STAP 4

Dit is een node geval, dus selecteer "node" tussen de opties.

STAP 5

Het project gebruikt versie 22.14.0. Dit komt overeen met wat de terminal voorstelt dus we kunnen gewoon op enter drukken.

STAP 6

Het project gebruikt npm als packet manager dus selecteren we npm.

STAP 7

Als start command willen we dat dit project "npm start" gebruikt, dus typen we npm start.

STAP 8

De poort van de server van het project is 3002, Dus we geven 3002 mee.

STAP 9

De files zijn allemaal succesvol aangemaakt en zitten ook in het project! In mijn eigen project zijn ze voorlopig wel nog niet bruikbaar.

STAP 10 BELANGRIJK

Docker genereert automatisch onderstaande code om de package*.json op te halen: Blijkbaar is dit incompatibel met een standaard Dockerfile dus vervang je ze beter door deze code:

Images

docker build

docker build maakt een docker image op basis van de docker file. Wanneer deze image gemaakt is kan je containers beginnen maken.

docker rmi

docker rmi verwijdert images die je gemaakt hebt. Belangrijk om te weten is wel dat er geen enke container mag bestaan die afhankelijk is van de image die je wilt verwijderen.

Containers

docker create

"docker create" maakt een container maar doet de container nog niet draaien. Dit kan later met de start command. Je kan bij create ook een poort mee geven waarop je wilt dat hij gaat draaien.

Als je --name en dan een naam toevoegt in de create command, kan je zelf kiezen welke naam de container krijgt. Anders wordt de naam automatisch gegenereerd.

docker start

"docker start" start een container wanneer deze gecreëerd is maar nog niet draait. Na de start in de command, voeg je nog de naam van de container toe. Wanneer dit gebeurd is zou de container zonder probleem moeten draaien

docker run

"docker run" is eigenlijk de combinatie van "docker create" en "docker start. Zo wordt de container aangemaakt en opgestart in maar één regel.

docker stop

"docker stop" zorgt ervoor dat de actieve container stopt met draaien. De syntax is net dezelfde als die van het start command maar de start wordt een stop.

docker rm (remove)

"docker rm verwijdert een container permanent. Deze command kan enkel uitgevoerd worden op een container die niet actief is.