Datastructure: Objects & Arrays - YunusEmreCMD/blokTech GitHub Wiki

Getallen, Booleans en strings zijn de gegevens waaruit datastructuren zijn opgebouwd.

Datasets

Verschillende soorten cijfers kunnen als “string” worden opgeslagen, maar dit is niet de juiste manier. Gelukkig biedt Javascript een gegevenstype dat specifiek bedoeld is voor het opslaan van reeksen waarde (dit kan alle soorten waarde zijn). Dit gegevenstype wordt een “array” genoemd, dit wordt geschreven als een lijst met waarden tussen vierkante haken, gescheiden door komma’s:

laat listOfNumbers = [ 2 , 3 , 5 , 7 , 11 ];

console . log ( listOfNumbers [ 2 ]);

// → 5

console . log ( listOfNumbers [ 0 ]);

// → 2

console . log ( listOfNumbers [ 2 - 1 ]);

// → 3

Om de waarde uit een array te halen, gebruiken we vierkante haken met daarin de index (de positie van de waarde in de array). De eerste index van een array is 0 en niet 1. Het eerste element wordt dus als volgt opgehaald:

listOfNumbers[0]

Properties

Bijna alle Javascript-waarden hebben eigenschappen, “null” en “undefined” zijn uitzonderingen. Een voorbeeld is myString.length (om de lengte van de string uit te lezen). De 2 belangrijkste manieren om toegang te krijgen tot eigenschappen in Javascript zijn met een punt en met vierkante haken. Beiden value.x en value[x] geven toegang tot een eigenschap. Het verschil hierin is dat “x” in value.x de naam van de eigenschap is. En “x” in value[x] is een eigenschap die opgehaald wordt.

Methods

Elke string heeft een toUpperCase en toLowerCase eigenschap, dit worden methodes genoemd. Zie hier een voorbeeld van een enkel methodes om een array te manipuleren:

let sequence = [1, 2, 3]; sequence.push(4); sequence.push(5); sequence.push("hello"); sequence.push(82); console.log(sequence); // → [1, 2, 3, 4, 5] sequence.pop(); sequence.pop(); // → 5 console.log(sequence); // → [1, 2, 3, 4]

De push methode voegt waarden toe aan het eind van de array, en de pop methode doet het tegenovergestelde, die haalt namelijk de laatste waarde weg uit de array. De delete operator, verwijderd een object. De in operator bekijkt of het object zich bevindt in de string.

delete anObject.left;

console.log(anObject.left);

Wat andere relevante operators:

console.log(Object.keys({x: 0, y: 0, z: 2})); // → ["x", "y", "z"]

let objectA = {a: 1, b: 2}; Object.assign(objectA, {b: 3, c: 4}); console.log(objectA); // → {a: 1, b: 3, c: 4}

Multability

Strings, getallen en booleans kunnen niet worden veranderd. Objecten daarentegen wel.