F.2 Het gebruik van Vesta MAIS in de Startanalyse - RuudvandenWijngaart/VestaDV GitHub Wiki

In de Startanalyse wordt een aangepaste versie van het Vesta MAIS model gebruik. Ten behoeve van deze analyse zijn verschillende aanpassingen in het model gemaakt. Deze aanpassingen zijn gebundeld en opgeslagen als de Leidraad-versie van Vesta MAIS. Hoe de Leidraad-versie werkt en verschil ten opzicht van de default-versie van Vesta MAIS wordt beschreven in dit onderdeel. Dit onderdeel behandelt de theorie van de laatste 2020 Leidraad-versie.

Hoe verschilt de Leidraad-versie van de default-versie?

Een belangrijk verschil tussen de Leidraad-versie en de default-versie van Vesta MAIS zit hem in het presentatieniveau van de resultaten, de aanleg-afweging van de alternatieve warmteopties en de gehanteerde aannames met betrekking tot energiebesparing. Default Vesta MAIS maakt een aanleg-afweging op basis van rentabiliteit voor de individuele betrokken actoren bij de investering van een warmtetechniek op gebouwniveau. In de Leidraad-versie van Vesta MAIS wordt anders gerekend.

Ten eerste verschilt het presentatieniveau van de resultaten. Waar de default-versie de warmtetechniek kan presenteren per gebouw (gebouwniveau), presenteert de Leidraad-versie de warmtetechniek per buurt (buurtniveau). Dit betekend dus dat er in de Leidraad-versie slechts één warmtetechniek per buurt presenteert. Hierdoor neemt de Leidraad-versie aan dat er geen heterogene buurten zijn met verschillende warmtetechnieken binnen een buurt.

Ten tweede verschilt de aanleg-afweging tussen de twee versies van het model. Waar de default-versie een aanleg-afweging maakt op basis van rentabiliteit voor de individuele betrokken actoren voor de warmtetechnieken, maakt de Leidraad-versie eigenlijk geen aanleg-afweging. De Leidraad-versie legt (forceert) verschillende technieken (lees: strategieën) op aan een buurt en berekent de nationale kosten per techniek per buurt. De techniek met de laagste nationale kosten wordt geselecteerd als de voorkeursoptie van de buurt.

Ten derde verschilt de aanname met betrekking tot de energiebesparing tussen de modellen. Waar de default-versie wederom een aanleg-afweging maakt op basis van rentabiliteit voor de individuele betrokken actoren voor het isoleren van hun woning, maakt de Leidraad-versie geen aanleg-afweging. De Leidraad-versie legt (forceert) op dat alle woningen gaan isoleren naar schillabel B, ongeacht of dit rendabel wordt geacht of niet. De aanname met betrekking tot energiebesparing komt voort uit de schillabel B-eis van het Klimaatakkoord. Sinds de 2020 Leidraad-versie berekent de Startanalyse ook inzicht in het (forceert) isoleren naar schillabel D voor verschillende warmtetechnieken, waarmee inzicht verkregen kan worden in de nationale kosten van een buurt met een lager schillabel-eis.

Naast de beschreven aannames zijn er ook nog andere aannames gemaakt in de Startanalyse. Deze kan je vinden in de Handreiking voor lokale analyse.

Hoe rekent de Leidraad-versie?

De Leidraad-versie legt verschillende warmtetechnieken op aan een buurt en berekend vervolgens per techniek per buurt de nationale kosten. Welke warmtetechnieken worden doorgerekend wordt gedefinieerd in zogenoemde strategieën. In 2019 had de Startanalyse vier strategieën. In 2020 krijgt de Startanalyse één nieuwe strategie erbij, namelijk waterstof. Er zijn vijf strategieën gedefinieerd met al dan niet sub-strategieën zoals a, b, .. ect. (zie figuur hieronder). De strategieën worden doorgerekend aan de hand van twee vergelijkingsstappen:

  1. Alle sub-strategieën worden opgelegd aan een buurt. Per sub-strategie worden de nationale kosten berekend. Binnen één strategie worden de nationale kosten van de bijbehorende sub-strategieën vergeleken. De sub-strategie met de laagste nationale kosten wordt gedefinieerd als de (hoofd)strategie (S'X'). Het resultaat is dat de vijf strategieën (S1-S5) ieder een sub-strategie krijgt toegewezen op basis van de laagste nationale kosten.

Ter illustratie: Binnen de strategie S1 Elektrische warmtepomp worden de nationale kosten van de sub-strategieën S1a Luchtwarmtepomp en S1b Bodemwarmptepomp voor de buurt berekend. Sub-strategie S1a heeft lagere nationale kosten dan S1b voor de buurt. Daarom wordt de strategie S1 gedefinieerd als Luchtwarmtepomp (S1a) voor de buurt.

  1. Nadat alle strategieën (S1-S5) een sub-strategie krijgt toegewezen worden de (hoofd)strategieën met elkaar vergeleken. De strategie met de wederom de laagste nationale kosten wordt gepresenteerd als de strategie met de 'Laagste Nationale Kosten'. Strategie met de 'Laagste Nationale Kosten' wordt gepresenteerd in de LN (laagste nationale kosten)-kaart voor een buurt.

Voor meer informatie over de strategieën verwijzen we je naar de Startanalyse info-graphics van het ECW.

images/startanalyse_strategie.jpg

Voordelen van de verschillende versies ten opzicht van elkaar

Hieronder wordt een overzicht van de voordelen van de Leidraad-versie en de default-versie van Vesta MAIS gepresenteerd.

Voordelen Leidraad-versie:

  • De Leidraad-versie van het Vesta MAIS model is niet 'volgorde afhankelijk' voor het toewijzen van een warmtetechniek aan een buurt. De default-versie is dat wel en wijst daarmee de eerst rendabele warmtetechniek (die het eerst wordt aangeroepen in de code) toe aan een gebouw.
  • Het rekenniveau van de Leidraad-versie is op buurtniveau. Dit niveau sluit beter aan bij de buurt- of wijkaanpak die gemeenten voor ogen hebben in hun Transitievisie warmte. Een buurt of wijkaanpak lijdt ook tot mogelijke schaalvoordelen in de uitrol van warmtetechnieken. Daarom kan het presenteren van resultaten op buurtniveau wenselijk zijn.
  • De Leidraad-versie heeft verschillende uitgebreide datapakketten en exports klaar staan voor gebruik. Hierdoor kan je snel en gemakkelijke de belangrijkste resultaten verkrijgen.
  • De resultaten van de Leidraad-versie zijn gemakkelijker en eenduidiger te interpreteren en te vergelijken. Per buurt wordt namelijk één schillabel (B) en één techniek opgelegd per buurt. Dit zorgt voor een eenduidige vergelijking van de nationale kosten per techniek per buurt (maar ook tussen verschillend buurten).

Voordelen default-versie:

  • In de default-versie kan je ervoor kiezen om een aanleg afweging te maken op basis van rentabiliteit, laagste nationale kosten of een optie op te leggen (forceren). Deze versie van Vesta MAIS is flexibeler. Er is immers meer ruimte om zelf je run te definiëren.
  • Warmtenetten worden in de default-versie niet opgeknipt en blijven dus intact, in tegenstelling tot de Leidraad-versie. De Leidraad-versie berekent de kosten voor een warmtenet op basis van de investeringen en het gebruik in de buurt. Echter, normaliter worden de kosten van een warmtenet niet gealloceerd aan specifiek een buurt. Hierdoor kunnen de kosten voor een warmtenet in een buurt een licht vertekend beeld geven.
  • Vaak zijn er verschillende type woningen binnen een buurt. Omdat de default-versie op gebouwniveau rekent is het mogelijk om een heterogene buurt met verschillende warmtetechnieken door te rekenen ten opzicht van slechts één warmtetechniek per buurt met de Leidraad-versie. Hierdoor krijgt elke type gebouw binnen een buurt de 'optimale' warmtetechniek.
  • De default-versie rekent met meerdere zichtjaren. Hierdoor kan de gebruiker transitiepaden van de toekomst verkennen. De Leidraad-versie rekent met slechts één zichtjaar.