D.4 Regionaal rekenen - RuudvandenWijngaart/VestaDV GitHub Wiki
Standaard rekent Vesta MAIS haar resultaten door voor heel Nederland. Echter, het is ook mogelijk om regionaal te rekenen met het model. Het model genereert dan voor enkel een zelf gespecificeerd gebied resultaten. Met regionaal rekenen wordt de rekentijd van het model significant verlaagt. Daarnaast is het verwerken van de resultaten ook gemakkelijker omdat de resultaat bestanden veel kleiner zijn voor een specifiek gebied.
Hoe werkt regionaal rekenen?
Om met Vesta MAIS regionaal te rekenen dient een ‘studiegebied’ gespecificeerd te worden. Aan de hand van dit studiegebied maakt het model een zogenoemde knip in het gebouwenbestand van het model. Met welke gebouwen wordt gerekend wordt bepaald in de bestanden Bag.dms en GlasTuinBouw.dms. Bag.dms verwijst in de container BAG naar de map met de versie van de BAG die zal worden gebruikt. Hierin wordt aangegeven welke woningen en utiliteitsgebouwen er in het eerste zichtjaar staan. Dit bestand kan geüpdatet worden, voor verdere uitleg zie onderdeel D.5 Importeren van nieuwe BAG data. GlasTuinBouw.dms verwijst naar de container GlasTuinBouw waarin aan de hand een vormbestand de gebiedsgrenzen (bestaande uit een .shp en .dbf bestand) worden ingelezen waar glastuinbouw aanwezig is. Beide .dms bestanden zijn te vinden via de GUI op het pad: Invoer/RuimtelijkeData
.
Standaard wordt in het model het studiegebied gedefinieerd als ‘NL’ (heel Nederland). Dan wordt het gebouwenbestand voor heel Nederland ingeladen en dus ook de resultaten voor heel Nederland doorgerekend. Wanneer een specifiek studiegebied is gedefinieerd (bijvoorbeeld een gemeente) wordt een knip in het gebouwenbestand gemaakt en dus alleen resultaten doorberekend voor het betreffende gebied.
Hoe moet ik regionaal reken?
In Vesta MAIS 5.0 is het zeer gemakkelijk om regionaal te rekenen (de BagToolkit hoeft hiervoor niet meer gebruikt te worden, zoals bij oudere versies). De volgende stappen dienen doorlopen te worden:
- Navigeer met de GUI naar het volgende pad
/SharedInvoer/Studiegebied
- Open de parameter met de Crimson Editor (ctrl + E)
- Verander het studiegebied van ‘NL’ naar het gebied van interesse aan de hand van de CBS gemeentecodes. Indien het studiegebied meerdere gemeenten omvat kunnen er meerdere gemeentecodes ingevuld worden, gescheiden met een komma. De gebruiker heeft ook de mogelijkheid om een RES-regio als studiegebied te selecteren. In SharedInvoer.dms zijn voorbeelden opgenomen hoe het studiegebied ingevoerd kan worden; NL, gemeente, selectie van gemeentes en RESregio. Als de gebruiker kan deze voorbeelden gebruiken door comments (aangeduid in de code met://) te verwijderen en te plaatsen.
Wat is het resultaat?
Het resultaat van het knippen is dus een geknipt gebouwenbestand. Het model zal resultaten genereren rekening houdend met de gebouwen die binnen de grenzen van het studiegebied vallen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat enkel het gebouwenbestand wordt geknipt.
Het model leest ook andere ruimtelijke data in, zoals bijvoorbeeld warmtebronnen. Warmtebronnen zijn gedefinieerd in WarmteBronnen.dms (GUI pad: Invoer/RuimtelijkeData/Warmtebronnen
). Aan de hand van vormbestanden (.shp en .dbf bestanden) worden deze bronnen ingeladen. Echter, het model maakt geen ruimtelijke knip in deze bestanden. Met een gespecificeerd studiegebied wordt dus gerekend met warmtebronnen op nationale schaal. Het zou dus zo kunnen zijn dat je geknipte gebouwenbestand gebruik maakt van warmtebronnen buiten je studiegebied.
Indien je overige ruimtelijke data wilt aanpassen, zoals de warmtebronnen, moeten de vormbestand (.shp en .dbf bestanden) aangepast worden. Dit kan je doen met een GIS-programma. Voor een volledig overzicht van alle ruimtelijke data die de modelleur mogelijk zelf wil aanpassen zie het volgende GUI pad: Invoer/RuimtelijkeData
.
Waar de gebruiker ook rekening mee dient te houden is dat er ook geen ruimtelijke knip wordt gemaakt in de beschikbaarheid van groengas en waterstof invoerdata. Deze beschikbaarheid in ingesteld voor heel Nederland. Wanneer de gebruiker het studiegebied aanpast zal de gebruiker zelf de beschikbaarheid van groengas en waterstof moeten bijschalen naar de omvang van het studiegebied.
Tot slot dient de gebruiker er op geattendeerd te worden dat de resultaten berekent met een studiegebied kan afwijken van de resultaten berekend met heel Nederland (waar vervolgens op het studiegebied wordt gefilterd). Dit is bijvoorbeeld het wanneer je rekent met de Leidraad-versie van het model en de kosten wilt vergelijken. Zo worden de kosten voor opslag van elektriciteit voor individuele warmtepompen (als gevolg voor extra netwerkbalancering/peikcapaciteit) berekend op basis van het aandeel warmtepomp aansluitingen als percentage van het totaal. Deze aandelen kunnen verschillen wanneer je rekent met een studiegebied, ten opzichte van heel Nederland. Het gevolg is dat dus ook de kosten tussen de berekenening kunnen verschillen.